7 november 2023 - Openbare besluitenlijst Collegevergadering
Bevat | 7 november 2023 - Openbare besluitenlijst Collegevergadering | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum: | 31 oktober 2023 | ||||||||||||||||
Locatie: | Gemeentehuis, kamer 1.59 | ||||||||||||||||
Aanwezig: |
|
||||||||||||||||
Afwezig: |
|
Agendapunten
Openbare besluitenlijst collegevergadering 31 oktober 2023
Het college besluit:
De besluitenlijst ongewijzigd vast te stellen.
Actualisatie beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob
Het college besluit:
- De geactualiseerde beleidsregel Wet Bibob vast te stellen;
- De geactualiseerde beleidsregel Wet Bibob tevens door de burgemeester vast te laten stellen;
- De Raad voor te stellen om:
- Structureel 0,6 fte beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de extra taken die voortvloeien uit de geactualiseerde beleidsregel;
- De kosten (0,6 fte schaal 10) te dekken uit de algemene middelen;
- De taken van de Bibob-coördinator onder te brengen bij de functie Beleidsmedewerker APV/Bijzondere Wetten, taakaccent Alcoholwet/Wet Bibob;
- De ‘beleidsregels Bibob voor omgevingsvergunningen en exploitatievergunningen op grond van artikel 2:40j APV Gemeente Moerdijk’ in te trekken.
Het doel van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten. De Wet Bibob geeft gemeenten eigen beleidsruimte bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden. Per 1 oktober 2022 is de gewijzigde Wet Bibob (2 e tranche) in werking getreden. Deze wijziging geeft de gemeenten de mogelijkheid voor een effectievere toepassing van deze wet en ziet op uitbreiding van de reikwijdte. De wijziging van de Wet geeft ook een verruiming van de bevoegdheden tot informatiedeling (onder voorwaarden) tussen bestuursorganen. Dit als uitzondering op de in de Wet gestelde geheimhoudingsplicht. Ook kunnen naast het Openbaar Ministerie (OM) en het Landelijk Bureau Bibob (LBB) nu ook bestuursorganen elkaar ‘tippen’ als zij over gegevens beschikken die erop duiden dat een betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten. Daarnaast is het nu ook toegestaan informatie te delen met omgevingsdiensten. In samenwerking met het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (Taskforce RIEC) en de 6 andere gemeenten uit het Politiedistrict ‘de Markiezaten’ (Woensdrecht, Steenbergen, Bergen op Zoom, Rucphen, Roosendaal en Halderberge) is de beleidsregel geactualiseerd. Het besluit treedt in werking op 1 januari 2024, gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Tot die tijd wordt het huidige Bibob-beleid toegepast.
Aanpassing Afvalstoffenverordening aan Omgevingswet
Het college besluit de raad voor te stellen:
De Afvalstoffenverordening te wijzigen in verband met het inwerking treden van de Omgevingswet.
Het college heeft besloten de raad voor te stellen de Afvalstoffenverordening te wijzigen. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet komt er een aantal wetten te vervallen of wordt opgenomen in de Omgevingswet of een hierop gebaseerd besluit.
Dit heeft gevolgen voor enkele artikelen in de Afvalstoffenverordening. Met de nu voorgestelde wijzigingen wordt de Afvalstoffenverordening dus aangepast aan de Omgevingswet. Het betreft op dit moment nog geen inhoudelijke wijziging.
Actualiseren Financiële verordening Moerdijk
Het college besluit de raad voor te stellen:
De Financiële verordening vast te stellen.
Als gevolg van de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording door het college, welke voortkomt uit de Wet versterking decentrale rekenkamers, is actualisatie van de Financiële verordening (212 Gemeentewet) noodzakelijk. Met ingang van de jaarrekening 2023 moet het college verantwoording afleggen over de rechtmatigheid. Voorheen werd het rechtmatigheidsoordeel afgegeven door de accountant. De accountant blijft wel toetsen of het rechtmatigheidsoordeel van het college klopt. Ten opzichte van de vorige financiële verordening is een aantal nieuwe bepalingen opgenomen met betrekking tot de ingevoerde rechtmatigheidsverantwoording door het college. De afgelopen twee jaar hebben college en raad al vooruitlopend op de wetswijziging ervaring opgedaan met het afgeven van een rechtmatigheidsverklaring door het college. Dat was bij wijze van proef, waarbij de accountant al getoetst heeft of de verklaring door het college terecht was afgegeven. Die proefperiode is met succes doorlopen. Voor het actualiseren van de Financiële verordening is gebruik gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan en is de modelverordening van de VNG gevolgd.
Nieuwe havenverordening haven- en industrieterrein Moerdijk
Het college besluit de raad voor te stellen:
De nieuwe havenverordening haven- en industrieterrein Moerdijk vast te stellen.
De havenverordening van haven- en industrieterrein Moerdijk legt regels vast voor het veilig en ordelijk gebruik van de haven en de landzijde van het haven- en industrieterrein. Deze regels gelden voor alle gebruikers van het haven- en industrieterrein. De huidige “Havenbeheerverordening Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk 2016” is sinds de verzelfstandiging van de haven nog niet inhoudelijk aangepast maar is nu herijkt naar de veranderende en actuele omstandigheden. In de nieuwe “havenverordening haven- en industrieterrein Moerdijk” (hierna “Havenverordening”) is tevens een integrale en volledig beschrijving opgenomen van de publieke taken en verantwoordelijkheden op het haven en Industrieterrein, zoals deze na de verzelfstandiging van het Havenschap naar Havenbedrijf van toepassing zijn. Met deze nieuwe verordening kan het veilig en ordelijk gebruik van het haven- en industrieterrein beter gewaarborgd worden. Bij de herijking is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij (de opbouw en indeling van) de Havenverordening van Rotterdam. Hiermee wordt uniformiteit tussen de havenverordeningen van de zeehavens bevorderd, zoals in het landelijk havenoverleg is afgesproken. Om de (toenemende) toezichtstaken op de bepalingen in de Havenverordening structureel en gestructureerd uit te voeren, is in 2020 door zowel Havenbedrijf als gemeente extra capaciteit beschikbaar gesteld. Dit is inmiddels geborgd binnen de bestaande capaciteit en verankerd in een Dienstverleningsovereenkomst.
Vaststellen nadeelcompensatieverordening i.v.m. Omgevingswet
Het college besluit de raad voor te stellen:
De nadeelcompensatieverordening vast te stellen.
Het college heeft besloten om de Raad voor te stellen de nadeelcompensatieverordening vast te stellen. Op 1 januari 2024 treedt de nadeelcompensatieregeling, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in werking. In die regeling worden bestaande regelingen voor nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen samengevoegd en geharmoniseerd. Titel 4.5 van de Awb voorziet in een algemene regeling in de Awb van de vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen.
Daarbij kan worden gedacht aan verzoeken wegens winstof inkomstenderving, gederfde huurinkomsten, of de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak. Op 1 januari 2024 treedt ook de Omgevingswet (hierna: Ow) in werking. In de Ow is een nadeelcompensatieregeling opgenomen die aansluit op de generieke regeling uit de Awb (hoofdstuk 15 van de Ow).
Vaststellen subsidie Wijk GGZ juni 2022 tot juni 2023
Het college besluit:
De subsidie Wijk GGZ voor de periode 1-6-2022 tot 1-6-2023 t.b.v. GGZ Breburg vast te stellen aan de hand van de ingediende (financiële) verantwoording op € 91.594,00.
De raad heeft voor de jaren 2022 en 2023 middelen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van een pilot, concreet de aanstelling van een Wijk GGZ zoals die ook in een aantal buurgemeenten werkzaam is. Na een intensieve selectie is de Wijk GGZ op 1 juni 2022 gestart met haar werkzaamheden. Het eerste pilotjaar, juni 2022 tot juni 2023, is inmiddels afgelopen en GGZ Breburg heeft de subsidie over deze periode verantwoord. In de gemeente Moerdijk had de Wijk GGZ, in de periode waarop deze subsidie betrekking had, een toegevoegde waarde voor zowel de gemeente, maatschappelijke partners als de inwoners. De afgesproken resultaten zijn door GGZ Breburg bereikt. Het college wordt daarom gevraagd de subsidie voor de Wijk GGZ voor de periode juni 2022 tot juni 2023 vast te stellen. De Wijk GGZ maakt als link tussen alle zorg- en veiligheidspartners het verschil. Zij kan echt iets doen in casuïstiek van personen met onbegrepen gedrag en draagt daarnaast op preventief gebied bij aan het beter kunnen omgaan met onbegrepen gedrag en het zorgen voor welkome wijken en kernen in de gemeente Moerdijk.
Verzamelvoorstel aanpassingen gemeenschappelijke regelingen in verband met aanpassingen Wet Gemeenschappelijke Regelingen - 1016423
Het college besluit:
- Het besluit (1004938) Raadsvoorstel en de zienswijze GR BWB van 22 augustus 2023 in te trekken.
- In te stemmen met de ontwerpwijzigingen van de gemeenschappelijke regelingen
- Belastingsamenwerking West Brabant
- Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD)
- Nazorg Gesloten Stortplaatsen
- Omgevingsdienst Midden- en West Brabant
- Regionale Ambulance Voorziening
- Regionaal Bureau Leerplicht
- Regio West Brabant
- Veiligheidsregio Midden- en West Brabant
- West Brabants Archief
- Werkplein Hart van West-Brabant
- Werkvoorzieningsschap
- Havenschap
- Geweld in afhankelijkheidsrelaties
- De raad voor te stellen geen zienswijzen in te dienen bij de ontwerpwijzigingen van de gemeenschappelijke regelingen.
Het college stelt de ontwerpregelingen naar aanleiding van de wijzigingen in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen vast en legt deze aan de raad voor om een zienswijze in te dienen.
Beheer en onderhoud (Rijks)monumentale objecten
Het college besluit de raad voor te stellen:
- Het beheerplan gemeentelijk vastgoed 2024-2028 vast te stellen, inclusief de bijbehorende onderhoudsplannen 2024-2033;
- De jaarlijkse dotatie aan de voorziening onderhoud gebouwen vanaf 2024 vast te stellen op € 1.589.393;
- Ten behoeve van het beheer en onderhoud van de (Rijks)monumentale objecten een voorziening in te stellen;
- Eenmalig in 2023 een bedrag in deze voorziening te storten van € 132.500 en vanaf 2024 jaarlijks een bedrag te doteren aan de voorziening van € 289.637 per jaar;
- Vanaf 2024 een budget beschikbaar te stellen voor inspectie van de (Rijks)monumentale objecten van € 15.000 per jaar;
- Structurele uitbreiding van het cluster Vastgoed (team REO) vanaf 2024 ten behoeve van het beheer van de (Rijks)monumentale objecten met 0,5 FTE;
- Een krediet van € 650.000 beschikbaar te stellen voor het restaureren van de kademuren rondom bastion Groningen in Willemstad;
- De totale extra lasten van € 132.500 in 2023, € 264.600 voor 2024 en € 309.600 voor 2025 en verder te dekken uit de stelpost nieuw beleid, specifiek voor dit onderwerp geoormerkte middelen en het restant van € 35.000 in 2023, € 28.400 in 2024 en
€ 5.400 in 2025 en verder vrij te laten vallen uit de stelpost nieuw beleid ten gunste van het begrotingsresultaat in het betreffende jaar.
De afgelopen periode hebben we de technische staat en de te verwachten onderhouds-/ instandhoudingskosten van onze (Rijks)monumentale objecten in beeld gebracht. Wat bedoelen we in deze context met een object? We bedoelen daarmee: bouwwerken in de openbare ruimte met een officiële monumentale status. Dit betreffen veelal objecten die deel uit maken van een vestingwerk en dit verband veelal een verdedigings- en/of waterkerende functie hadden. Het gaat om objecten als kademuren, sluizen, dammen, forten, bunkers/schuilplaatsen, kruithuizen, maar ook herdenkingsmonumenten. Het gaat nadrukkelijk niet om functionele civiele kunstwerken en functionele waterbouwkundige objecten waarvoor het team Openbare Ruimte separate beheerplannen opstelt. Het is van belang dat we beschikken over voldoende middelen om de (Rijks)monumentale objecten structureel te beheren en onderhouden. Dit bereiken we door een beheerplan inclusief bijbehorende onderhoudsplannen vast te stellen en een separate voorziening in te stellen. Als eigenaar hebben wij een wettelijke taak om deze monumenten in stand te houden. De uitvoering van de werkzaamheden/maatregelen voortkomend uit het beheerplan en onderhoudsplannen moeten uiteindelijk leiden tot meer grip op het proces van beheer en onderhoud van de bedoelde objecten. Hiermee borgen we niet alleen het behoud van ons erfgoed, maar vergroten we ook de cultuurhistorische en toeristische waarde ervan.
2e begrotingswijziging 2023 Regionaal Bureau Leren West-Brabant
Het college besluit de raad voor te stellen:
- Geen zienswijze van de gemeente Moerdijk op de 2e begrotingswijziging 2023 in te dienen bij het gemeenschappelijk orgaan van de gemeenschappelijke regeling “Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten”.
- De extra kosten ad € 13.930 van de 2e begrotingswijziging 2023 ten laste te brengen van het budget leerplicht.
Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (RBL West-Brabant) heeft de 2e begrotingswijziging 2023 gestuurd aan het college en de gemeenteraad. De gemeenteraad krijgt de mogelijkheid om uiterlijk 5 januari 2024 een zienswijze in te dienen. Het RBL West-Brabant heeft de 2e begrotingswijziging voor 2023 voorgesteld vanwege:
- het effect van de gewijzigde CAO met hogere personeelskosten voor 2023;
- de verlengde inzet van augustus tot en met december 2023 van de twee ingehuurde medewerkers van het RBL, die voorheen uit extra rijksmiddelen vanwege corona werden bekostigd;
- de meevaller met lagere werkelijke kosten voor de uitgevoerde audit Wet Politie Gegevens;
- de inhuur tijdelijk voor 1 jaar extra formatie in 2023 voor de Internationale Schakelklas in Breda vanwege de hoge instroom van statushouders leerlingen en Oekraïense leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar.
Deze kosten waren nog niet opgenomen in de begroting 2023 en de 1e begrotingswijzing 2023. De 2e begrotingswijziging 2023 leidt voor Moerdijk tot € 13.930 aan extra kosten. Het college stelt de raad voor geen zienswijze in te dienen, omdat voormelde kosten noodzakelijk zijn voor de continuïteit van de dienstverlening door RBL West-Brabant ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten van jongeren.
2e bestuursrapportage 2023 en 1e begrotingswijziging 2023 Werkplein Hart van West-Brabant
Het college besluit:
- Kennis te nemen van de 2e bestuursrapportage 2023 van het Werkplein Hart van West-Brabant;
- In te stemmen met de 1e begrotingswijziging 2023 van het Werkplein Hart van West-Brabant;
En de raad voor te stellen:
- Kennis te nemen van de 2e bestuursrapportage 2023, inclusief inclusief de extra maatregelen uit de notitie bestandsbeheersing om 100 extra inwoners naar werk te begeleiden, en de 1e begrotingswijziging 2023 van het Werkplein Hart van West- Brabant;
- De volgende zienswijze in te dienen:
- We verzoeken het Werkplein om voortvarend aan de slag te gaan met de (extra) maatregelen om mensen te ontwikkelen naar de arbeidsmarkt;
- We verwachten van het Werkplein dat we, naast de reguliere bestuursrapportages, tussentijds worden geïnformeerd over de voortgang en resultaten van deze (extra) maatregelen;
- We vragen speciale aandacht voor de inzet op en de rapportage over het ontwikkelen van (ex-)inburgeraars naar de arbeidsmarkt, vanwege het groeiende aandeel van deze doelgroep in het bestand.
Het Werkplein Hart van West-Brabant (verder: het Werkplein) voert mede namens de gemeente Moerdijk de taken uit van de Participatiewet en voert tevens regie op de uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering. Aan de hand van een werkprogramma wordt jaarlijks afgesproken welke werkzaamheden het Werkplein verricht. Elk kwartaal legt het Werkplein verantwoording af middels de bestuursrapportage. De 2e bestuursrapportage 2023 en de 1e begrotingswijziging 2023 zijn op 11 oktober 2023 ontvangen. Sinds de eerder vastgestelde begroting 2023 (juli 2022) , zijn een aantal wijzigingen opgetreden waaronder de verhoging van het wettelijk minimumloon. Hierdoor zijn de kosten voor het Werkplein in 2023 hoger dan eerder begroot. Het Algemeen Bestuur van het Werkplein heeft dan ook besloten een gewijzigde begroting 2023 op te stellen. Gezien het (financiële) belang van de extra maatregelen om meer inwoners te begeleiden in hun ontwikkeling naar werk stelt het college de raad een concept zienswijze voor op de 1e begrotingswijziging 2023.
Aanpassing gemeentelijk welstandstoezicht
Het college besluit de raad voor te stellen:
- De nota “welstandsbeleid gemeente Moerdijk 2023” vast te stellen en “welstandsbeleid gemeente Moerdijk 2004” in te trekken.
- Het “reglement van orde toetsing visuele omgevingskwaliteit Moerdijk” vast te stellen en “reglement van orde adviescommissie omgevingskwaliteit Moerdijk” in te trekken.
- De verordening “adviescommissie visuele omgevingskwaliteit Moerdijk” vast te stellen en de “verordening adviescommissie omgevingskwaliteit” in te trekken.
- In 2024 te laten onderzoeken hoe het welstandsbeleid inhoudelijk kan worden aangepast zodat waar mogelijk en gewenst toetsing objectief plaats kan vinden.
De gemeente Moerdijk vindt het belangrijk dat het gemeentelijke welstandsbeleid zo objectief en transparant mogelijk wordt toegepast. Met waar mogelijk meer vrijheden voor initiatiefnemers. Om dit te bereiken wordt het welstandsbeleid zo aangepast dat waar het inhoudelijk en juridisch mogelijk is objectief getoetst gaat worden.
De gemeente heeft het voornemen om na invoering van de Omgevingswet het welstandsbeleid ook inhoudelijk aan te passen zodat nog meer dan nu, waar mogelijk en gewenst, objectieve welstandscriteria van toepassing gaan zijn.
Actualiseren controleverordening Moerdijk
Het college besluit de raad voor te stellen:
De Controleverordening vast te stellen.
Als gevolg van de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording door het college, welke voortkomt uit de Wet versterking decentrale rekenkamers, is actualisatie van de huidige controleverordening (artikel 213 Gemeentewet) noodzakelijk. Ten opzichte van de vorige controleverordening is een aantal nieuwe bepalingen opgenomen met betrekking tot de per 2023 ingevoerde rechtmatigheidsverantwoording door het college. Voor het actualiseren van de verordening is de modelverordening van de VNG gevolgd.
Cultuur- en erfgoednota Moerdijk
Het college besluit de raad voor te stellen:
- De cultuur- en erfgoednota `De kracht van cultuur en erfgoed benutten’ vast te stellen en in te laten gaan per 1 januari 2024, met een looptijd van vier jaar;
- Voor de uitvoering een bedrag van € 127.000 per jaar beschikbaar te stellen en voor
€ 100.000 te dekken uit de stelpost nieuw beleid, specifiek voor dit onderwerp geoormerkte middelen, en het restant van € 27.000 per jaar te verwerken in een sluitende (meerjaren)begroting 2024 en verder.
Het college heeft besloten de raad voor te stellen om de cultuur- en erfgoednota `De kracht van cultuur en erfgoed benutten’ vast te stellen en in te laten gaan per 1 januari 2024 tot 2032. Hiermee voert het college het bestuursakkoord uit, waarin staat dat de gemeente Moerdijk een breed cultuurbeleid krijgt, vooral gericht op de eigen inwoners.
De cultuur- en erfgoednota kent drie pijlers:
- Sociaal – verbinden
Verbinden doen vooral de tientallen cultuur- en erfgoedorganisaties met duizenden leden en vrijwilligers in onze gemeente. Zij zorgen ervoor dat cultuur en erfgoed in de gemeente Moerdijk beleefd en behouden kunnen worden. Cultuur en erfgoed dragen ook bij aan de persoonlijke ontwikkeling en mentale gezondheid van onze inwoners. - Economie en toerisme – beleven
Het erfgoed en de culturele activiteiten vormen voor onze inwoners een aantrekkelijke leefomgeving die zowel inwoners als bezoekers volop kunnen beleven. - Ruimte - behouden
Tenslotte kunnen cultuur en erfgoed alleen voor verbinding zorgen en beleefd worden als het behouden blijft.
De belangrijkste maatregelen zijn:
- De bestaande kracht van cultuur en erfgoed behouden en versterken, wel meer faciliteiten nodig ter ondersteuning, onder andere een cultuurcoach voor het werkveld.
- Subsidies vereenvoudigen en enkele verbeteringen doorvoeren, waaronder het stimuleren van nieuwe activiteiten, makers en de viering van herdenkingen.
- Het erfgoedbeleid kloppend maken met de omgevingswet.
- Nieuwe kracht: extra inzet voor een nog aansprekender cultuur- en erfgoedaanbod, zoals een onderzoek naar de mogelijkheden voor een buitenpodium en naar locaties voor grote voorstellingen.
De cultuur- en erfgoednota is mede opgesteld op basis van bijeenkomsten met het werkveld en een enquête onder het inwonerspanel.
Omgevingsvisie gemeente Moerdijk 2040
Het college besluit de raad voor te stellen:
- In te stemmen met de Nota van zienswijzen ontwerp Omgevingsvisie gemeente Moerdijk 2040 en de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerp Omgevingsvisie gemeente Moerdijk 2040 door te voeren;
- De Omgevingsvisie gemeente Moerdijk 2040 met inachtneming van de Nota van zienswijzen ten opzichte van het ontwerp gewijzigd vast te stellen;
- In te stemmen met het intrekken van de Structuurvisie “Moerdijk 2030” (vastgesteld d.d. 9 juni 2011).
De Omgevingsvisie is een visie op hooflijnen voor de langere termijn (2040), waarin we aangeven wat voor gemeente we dan willen zijn met betrekking tot de fysieke leefomgeving: Moerdijk als veelkleurig mozaïek, krachtige kernen, goed bereikbare voorzieningen en een duurzame landbouw en economie. Met de rust en ruimte, maar ook de stedelijke kwaliteiten om de hoek. In de omgevingsvisie staat hoe we willen dat onze leefomgeving er in 2040 uitziet, welke keuzes we daartoe maken en hoe we hier met elkaar aan willen werken. Met de omgevingsvisie willen we uitnodigen, inspireren en tegelijkertijd duidelijke kaders stellen voor toekomstige ontwikkelingen. De Omgevingsvisie is tot stand gekomen met een uitgebreid proces (o.a. verkennen, koers bepalen, opstellen gebiedsgerichte uitwerkingen, concept ontwerp-omgevingsvisie), waarbij ruimte was voor inbreng vanuit de gemeentelijke organisatie, inwoners, ondernemers, partners en collega-overheden. In de termijn van tervisielegging van de ontwerp Omgevingsvisie zijn zienswijzen ingediend. Met een Nota van zienswijzen wordt aangegeven of de zienswijzen wel of geen aanleiding geven tot aanpassing van de ontwerp Omgevingsvisie. Het college van burgemeester en wethouders heeft de raad voorgesteld met het doorvoeren van de voorgestelde wijzigingen een definitieve omgevingsvisie vast te stellen.
Vaststelling budgetsubsidies 2022 Energiek Moerdijk en STEM
Het college besluit:
De budgetsubsidie over 2022 voor Energiek Moerdijk en Stichting Energietransitie Moerdijk vast te stellen.
Het college heeft kennisgenomen van de jaarverslagen 2022 van Energiek Moerdijk en Stichting Energietransitie Moerdijk en heeft op basis daarvan de budgetsubsidies over dat jaar vastgesteld.
Wijzigingsplan Bosselaar Zuid 2020
Het college besluit:
- In te stemmen met het ontwerpwijzigingsplan 'Bosselaar Zuid 2020' (drie woningen) te Zevenbergen met planidentificatie NL.IMRO.1709.ZBBosselaarWP-BP30;
- Kennis te nemen van het ontwerpbesluit hogere waarden op de Wet geluidshinder
- In te stemmen met het starten van het wettelijk vooroverleg voor het ontwerpwijzigingsplan
- In te stemmen met het aansluitend over gaan tot tervisielegging van het ontwerpwijzigingsplan 'Bosselaar Zuid 2020' te Zevenbergen, planidentificatie NL.IMRO.1709.ZBBosselaarWP-BP30, indien geen ingrijpende vooroverlegreacties volgen uit het wettelijk vooroverleg
In het westen van de wijk Bosselaar Zuid aan de Smaragd zijn nog bouwkavels vrij. Op basis van het vigerende bestemmingsplan 'Bosselaar Zuid 2020' kan op deze bouwkavels nog niet worden gebouwd. Om dit mogelijk te maken dient de bestemming 'Verkeer' gewijzigd te worden naar de bestemming 'Wonen'. In de regels van het geldende bestemmingsplan 'Bosselaar Zuid 2020) is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde bestemmingswijziging mogelijk gemaakt kan worden. Naast toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in de regels dienen er hogere waarden te worden vastgesteld door uw college om wonen op deze locatie mogelijk te maken. Het ontwerpwijzigingsplan is gereed om de planologische procedure te starten. Dit betekent dat het ontwerpwijzigingsplan wordt aangeboden voor een termijn van 4 weken aan de overlegpartners inzake het wettelijk vooroverleg.
Indien geen noemenswaardige reacties volgen uit het wettelijk vooroverleg zal aansluitend worden overgegaan tot de tervisielegging van het plan van 6 weken, teneinde vroegtijdig vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2023 een ontwerpwijzigingsplan ter visie te kunnen leggen. Tijdens de tervisielegging staat het voor eenieder open om een zienswijze op het plan in te dienen bij het college. Na vaststelling door het college staat beroep open bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Westschans - Vaststelling optimalisaties
Het college besluit de raad voor te stellen:
- Kennis te nemen van de onderzochte optimalisaties voor woningbouwontwikkeling Westschans;
- De geactualiseerde grondexploitatie voor Woningbouwontwikkeling Westschans vast te stellen met een geprognotiseerd tekort van € 2.910.000,- en als gevolg hiervan de verliesvoorziening te verlagen met € 1.160.000 en dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve;
- Het voorliggende geoptimaliseerde ontwerp voor de nieuwbouwwijk en de externe ontsluitingsweg (met een bufferzone van 20 meter) als uitgangspunt te nemen voor het vervolg van het proces Woningbouwontwikkeling Westschans.
Voor de woningbouwontwikkeling Westschans in Klundert zijn diverse financiële optimalisaties onderzocht en is het ontwerp voor de woonwijk aangepast. De insteek van de wijk blijft hetzelfde, minimaal 2/3 van de 140 woningen dient betaalbaar te zijn. Door de optimalisaties en het aangepaste ontwerp wordt het tekort op de grondexploitatie verkleind met bijna € 1,2 miljoen. Dit bedrag is niet voldoende om een extra buffer van 30 meter tussen de bestaande woningen en de nieuw aan te leggen weg te bekostigen. In de planvorming wordt daarom uitgegaan van de basisvariant van de weg op ruim 20 meter van de erfgrens van de aanwonenden. De volgende stap in het proces is de start van het planologisch traject. Naar verwachting wordt in februari 2024 de inspraak op het plan gestart, met als doel een onherroepelijk plan eind 2024 te hebben. Vervolgens kan dan in 2025 gestart worden met de verkoop van woningen en kavels, zodat in 2026 begonnen kan worden met de bouw.
Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening i.v.m. Omgevingswet
Het college besluit de raad voor te stellen:
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) te wijzigen in verband met het inwerking treden van de Omgevingswet.
Als gevolg van het in werking treden van de Omgevingswet komt er een aantal wetten te vervallen of wordt opgenomen in de Omgevingswet of een hierop gebaseerd besluit. Dit heeft gevolgen voor enkele artikelen en verwijzingen in artikelen, in de APV. Met de nu voorgestelde wijzigingen wordt de APV dus aangepast aan de Omgevingswet. Het betreft op dit moment nog geen inhoudelijke wijziging. In de loop van 2024 zal met een afzonderlijk voorstel enkele inhoudelijke wijzigingen aan de raad voorgelegd worden.