Meest gestelde vragen leerlingenvervoer

Leerlingenvervoer is een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de gemeente voor de vervoerskosten van en naar school.

  • De afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde school voor speciaal onderwijs of (speciaal) basisonderwijs groter is dan 6 kilometer
  • De leerling wegens godsdienst of levensbeschouwing een school bezoekt die verder ligt dan 6 kilometer
  • De leerling door een handicap niet zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen

Leerlingenvervoer kunt u aanvragen bij de gemeente waar uw kind woont.

Start uw kind komend schooljaar? Vraag dan leerlingenvervoer op tijd aan indien mogelijk vóór 1 juni.

U kunt het aanvraagformulier leerlingenvervoer digitaal invullen door in te loggen met digiD. Na het versturen van uw aanvraag kunt u de status online volgen via Mijn Moerdijk. Als de digitale aanvraag niet lukt, kunnen ouders via telefoonnummer 14 0168 een afspraak maken om samen op het gemeentehuis in Zevenbergen de aanvraag in te vullen.

Het college neemt een beslissing binnen 8 weken na ontvangst van de benodigde stukken. Deze beslistermijn kan 1 maal met 4 weken verlengd worden.

Ja, u moet ieder jaar een nieuwe aanvraag indienen.

Als u geen gebruik meer wilt maken van het leerlingenvervoer vragen wij u dit aan ons door te geven via leerlingenvervoer@moerdijk.nl. Graag horen wij ook van u wat de reden is waarom u geen gebruikt meer wilt maken van het leerlingenvervoer.

Na ontvangst ontvangt u een ontvangstbevestiging.

Bij vervoer naar een school voor primair onderwijs ( basisschool of speciale school voor basisonderwijs) kan de gemeente een financiële drempel hanteren. Dit betekent dat de gemeente kan bepalen dat:

  • De kosten van de eerste 6 kilometer voor uw rekening komen. Dit bedrag wordt berekend op basis van de kosten voor het openbaar vervoer.
  • Als de afstand tussen de school en uw woning meer dan 20 kilometer is, de gemeente een financiële bijdrage naar draagkracht van u kan verlangen

Of u dit moet betalen, hangt af van het verzamelinkomen van u en uw eventuele partner. Om dat te kunnen bepalen, kan een IB60-formulier van de Belastingdienst nodig zijn.

Een kind van gescheiden ouders kan twee woningen hebben. Bijvoorbeeld bij co-ouderschap, als het kind evenveel bij de ene als de andere ouder verblijft, zou je kunnen zeggen dat er sprake is van twee hoofdverblijven. Indien leerlingenvervoer is gewenst, moeten beide ouders afzonderlijk, voor de dagen dat het kind doordeweeks bij hen verblijft, een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woonachtig is. Hierbij gaat het niet om waar de leerling is ingeschreven. Het gaat om de feitelijke verblijfplaats van de leerling. De betreffende gemeenten toetsen de aanvraag elk aan de eigen verordening leerlingenvervoer. Hierbij bekijken ze onder meer of de school wel de dichtstbijzijnde toegankelijke is en of voldaan is aan de afstandsgrens. Het komt regelmatig voor dat slechts voor één van beide woonadressen aanspraak op leerlingenvervoer bestaat, doordat de school niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school is vanuit beide adressen.

Bij het leerlingenvervoer gaat het steeds om de dichtstbijzijnde en toegankelijke school van de door u gekozen richting. Met richting wordt bedoeld de school die overeenkomt met het soort onderwijs en uw godsdienstige- of levensbeschouwelijke richting. Hierbij kunt u denken aan Katholiek, Protestants- Christelijk, Gereformeerd, Islamitisch, de Vrije School of de Openbare scholen.
Het gaat hierbij niet om scholen met een bepaalde onderwijsmethode zoals: het Jenaplan, Montessori, Dalton, Freinet e.d.
Als de afstand tussen uw huis en de school 6,0 km of meer is kunt u in aanmerking komen. Deze afstand is berekend via de kortste en meest toegankelijke weg.

Bij een tijdelijke handicap tot drie maanden is er geen recht op leerlingenvervoer.
Er dient altijd een medische verklaring van de behandelend specialist meegestuurd te worden met het aanvraagformulier leerlingenvervoer.

Jongeren op het mbo, hbo of een universitaire studie volgen kunnen dit aanvragen bij het UWV. Zij hebben geen recht op leerlingenvervoer van de gemeente.

De vervoerder streeft er naar dat de reistijd van een individuele leerling (onder normale omstandigheden) maximaal 60 minuten bedraagt, tenzij de vervoerder aan kan tonen dat het door de reisafstand niet mogelijk is binnen dit maximum te blijven. Voor een goede en efficiënte uitvoering van het leerlingenvervoer kan hiervan afgeweken worden. De individuele maximale reistijd mag in geen geval de 90 minuten overschrijden, tenzij dat door de afstand naar de bestemming niet mogelijk is. De maximale reistijd wordt bepaald vanaf het moment van het instappen tot het moment van uitstappen van een leerling

De bus hoeft niet te wachten als de leerling niet op tijd klaar staat. De ouders of verzorgers moeten ervoor zorgen dat het kind op tijd klaar staat op de met de vervoerder afgesproken tijd.

De chauffeur begeleidt de leerlingen tijdens het vervoer. Ouders moeten hun kinderen vertellen zich zo te gedragen dat tijdens het vervoer geen ongeregeldheden ontstaan.
Blijkt toch extra begeleiding nodig te zijn, dan zullen de ouders er zorg voor moeten dragen dat er begeleiding komt. De gemeente stelt hiervoor een zitplaats ter beschikking voor begeleiding.
De gemeente kan ook besluiten de leerling te schorsen van het leerlingenvervoer en het vervoer stoppen, als de ouders niet voor de noodzakelijke begeleiding zorgen.

Nee, het vervoer vindt plaats in aansluiting op de schooltijden zoals die in het schoolplan staan. Bij aanvang van het schooljaar wordt op basis van deze gegevens een vervoersplan gemaakt waarbij het vervoer van leerlingen zoveel mogelijk wordt gecombineerd.

Nee, het vervoer wordt ingepland aansluitend op de schooltijden zoals die in het schoolplan staan. Bij aanvang van het schooljaar wordt op basis van deze gegevens een vervoersplan gemaakt waarbij het vervoer van leerlingen zoveel mogelijk wordt gecombineerd.
Als er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden, mag de vervoerder een wachttijd aanhouden van één of meerdere lesuren, om zodoende aan te sluiten op het reguliere leerlingenvervoer, tenzij de leerling door een handicap niet in staat is om de wachttijd te overbruggen. Buitenschoolse activiteiten dienen gepland te worden na het laatste lesuur.

Als uw kind ziek is, moet u dat op tijd doorgeven aan de vervoerder. Dit voorkomt dat de vervoerder voor niets bij u aan de deur komt. Dat geldt ook als uw kind weer beter is, dan wordt u kind weer in de route opgenomen.
Hiernaast moet u de ziekmelding natuurlijk ook door geven aan de school

Leerlingenvervoer wordt alleen vergoed voor het vervoer tussen het woonadres en de school van de leerling. Vervoer naar bijv. de buitenschoolse opvang wordt enkel vergoed als het adres op de route ligt van de taxi waar de leerling ingedeeld is en er geen meerkosten aan verbonden zijn. Daarnaast kan dit alleen op vaste (structurele) dagen.

U kunt uw klacht indienen via het klachtenformulier.

De klacht komt zowel bij de gemeente als bij het vervoersbedrijf terecht. Afspraak is dat de vervoerder eerst probeert om de klacht op te lossen.  Pas als dat niet lukt, zal de gemeente hierin bemiddelen.