Geschiedenis

Vóór 1421, toen de St.Elisabethsvloed het N.W. deel van Brabant en ‘t Zuidelijk deel van Holland overstroomde en voor eeuwen alle bewoning onmogelijk maakte behoorde dit gebied tot het graafschap Strijen. Dat lag ten Westen van de Dongen tot over het Hollands Diep, dat toen niet bestond, maar van die overstroming nog altijd is overgebleven.

Een deel van Strijen werd in 1361 afgescheiden als de heerlijkheid II "Niervaart" De grens daarvan is nog altijd de scheiding tussen de gemeenten Zwaluwe en Klundert, dat vroeger Niervaart heette. Hoe ver de overstroming in Brabant na 1421 het land bedekte, kunnen we nog nagaan. De scheiding tussen klei- en zandgrond loopt ongeveer van Geertruidenberg over Wagenberg en Zevenbergen, ten noorden van Oudenbosch, Gastel en Steenbergen. Die scheidingslijn geeft dat aan. Zo spoedig mogelijk begon men weer met inpoldering. In Klundert werd de dijk langs het Hollands Diep in 1558 gelegd en in Zwaluwe kwam de dijk van de Royale polder langs het Hollands Diep ongeveer in 1650 gereed.

De naam Moerdijk is typisch voor de ligging: "een moer aan de dijk". Moer is moeras, slijkerige grond, waarin veel veen voorkomt. In Zeeland en Noord-West Brabant werden ook vóór 1421 grote delen van de bodem bij vloed overstroomd door zeewater, dus tweemaal per dag. Die grond bevatte dus ook veel zout. Er werd daarom zout en turf uitgewonnen en dikwijls werd een dijkje gelegd, om gemakkelijker en veiliger het werk te kunnen doen. Dat was dan een moerdijk. En het werk heette dikwijls: moor-dicken.

Het brede water van het Hollands Diep vormde voor het verkeer tussen Holland en Brabant een lelijke sta in de weg. Een veerboot zorgde voor de verbinding tussen Brabant en Holland. Aanlegplaats in het noorden was Strijensas en aanlegplaats in het zuiden was een plek, die zich ontwikkelde tot een gehucht, dat Moerdijk ging heten.

Het eerste begin van Moerdijk bestond dus hoofdzakelijk uit een veer- en posthuis.

Johan Willem Friso, Prins van Oranje is bij zijn overtocht van Moerdijk naar Strijensas op 14 juli 1711 verdronken. Moerdijk was een heel belangrijke schakel in de Noord-Zuid verbinding.

Er liep een "Postbaan" van Antwerpen naar Moerdijk en van Breda naar Moerdijk. Het einde van het veer over het Hollands Diep, waarlangs Rotterdam met Antwerpen in verbinding stond was na 1800 onder Napoleon een straatweg geworden en was in 1822 gereedgekomen. De bedoeling van Napoleon was geweest een verbinding tussen Parijs en Amsterdam. Het Hollands Diep bleef daarin het grote ongemak.

Dit werd veel beter, toen in 1845 een Belgische Maatschappij een spoorweg legde van Antwerpen naar ‘t Hollands Diep: de "Grand Belge" met Moerdijk als eindpunt. In verband met dit sneller verkeer kwam toen over het Hollands Diep een stoombootdienst de vroegere scheepvaart vervangen. En ook werd een betere laad- en losplaats nodig. De haven werd aangelegd en kwam in 1858 gereed.

Als eindpunt van die grote verkeersweg was er in Moerdijk werk voor arbeiders. Ongeveer 50 mannen verdienden een weekloon aan "de Belge". Deze werd in 1879 opgeheven door het tot stand komen van de Hollandse ijzeren Spoorweg in 1872. Deze liep over de nieuwe brug, en liet dus letterlijk en figuurlijk Moerdijk links liggen.

De Moerdijkse vissers leefden van de spieringhandel. Een gedeelte van de spiering ging naar Londen en een ander gedeelte werd uitgevoerd naar Parijs. De Moerdijkse schokkers gingen vaak de Rijn op, dikwijls tot in Duitsland, want hoe hoger men de rivier opkwam, des te groter de vangst.

In de glorietijd van de visserij was er reeds een grote vriesinrichting. Vanaf 1970 is de Moerdijkse visserij er niet meer. Door de Deltawerken is dat allemaal verleden tijd.

Onder de druk van de opkomende automobiel werd in 1909 besloten een officiële veerdienst van Willemsdorp naar Moerdijk in de vaart te leggen, om op deze wijze Nederland boven en beneden de Moerdijk met elkaar te verbinden.

De staat heeft in 1928 de stoombootdienst Moerdijk-Willemsdorp overgenomen, drie moderne veerponten in de vaart gebracht. Dat gaf verkeersdrukte en inkomsten. Maar sneller en sneller wilde men reizen. Op 12 december 1936 werd de verkeersbrug geopend. Maar opnieuw kwam Moerdijk "links" te liggen. De middenstand had een grote klap te verduren.

Moerdijk had ook een grote zeepfabriek, die voorheen een meelfabriek was geweest. En dan was er de scheepswerf van de gebroeders De Korte, waar honderddertig man werkzaam was. Deze scheepswerf is in de crisistijd failliet gegaan.

Ook uit strategisch oogpunt was Moerdijk zeer belangrijk. De Duitsers lieten op 10 mei 1940 hun parachutisten neerdalen bij de bruggen en bij het dorp. Bij de bevrijding van Moerdijk op 9 november 1944 is er veel vernield. Reeds op l7 september werd er al een gedeelte van Moerdijk van de kaart geveegd door een bombardement.

Vijfenvijftig procent van het dorp was totaal vernield. Vijfendertig procent was zeer zwaar beschadigd en de overblijvende tien procent was licht beschadigd.

Nog lang niet hersteld van de verwoesting in 1944 werd Moerdijk nog geen tien jaar later getroffen door een natuurramp van ongekende omvang, de waterramp van 1 februari 1953.

De argumenten waarom de gemeente in overleg met de heemkundige kringen gekozen heeft voor de naam Moerdijk zijn de volgende:

  • In heel de Westhoek, waaronder alle vijf de gemeenten vallen hebben ze in het verleden aan het "moerdyken" (zoutwinning) en "moernering" gedaan.
  • De verbinding Noord-Zuid vanwege de Moerdijk-bruggen.
  • Op radio en t.v. spreken ze altijd van boven en onder de Moerdijk.
  • Het politieteam wordt al Moerdijk genoemd.
  • Het havenschap Moerdijk.
  • Direct een nationale en internationale bekendheid van de gemeente Moerdijk.

Voor meer informatie over de geschiedenis van de gemeente kunt u terecht bij het Regionaal Archief West-Brabant.